Zorg:

- mensen met een verstandelijke beperking

- ouderen

- palliatieve zorg

Zorg voor mensen met een verstandelijke beperking:


Een van onze kernprogramma's, waar Casus in Beweging mee is gestart. In de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking is het voor ondersteuners belangrijk om te werken in de driehoek cliënt-ouder/naaste-professional. De methodiek is gebaseerd op Driehoekskunde van Chiel Egbers.

De basis daarvan is een open deur; respect, visie, communicatie, vertrouwen en veiligheid.


Toch blijkt alles in de praktijk lastiger, want we ervaren allerlei dingen en deze worden regelmatig omgezet naar overtuigingen, waarheden:

- "die zoon krijgt niet de ruimte om zichzelf te zijn"

- "wat een lastige ouder!"

- "nou die begeleider heeft het niet in zich"

Dan is het belangrijk om te kijken naar hoe deze driehoek effect heeft op de mens diegene die het meest afhankelijk is van de ouder en de professional. Diegene kan namelijk door zijn of haar gedrag de onderliggende patronen blootleggen.


Een bewustzijn hierop kan al verlichting en een beweging geven in de situatie, zeker als er samen gekeken wordt naar interventies met andere betrokken professionals (gedragswetenschapper, fysio etc.)


Ouderenzorg


Wanneer een ouder afhankelijk wordt van hun kind(eren) en/of professionals komt de driehoek ook in beeld. Als professional ben je als het ware een indringer in de connectie tussen ouder en kind. Je hebt je bewust te zijn van die plek en tegelijkertijd je plek als professional in te nemen.

Zoals Chiel dat noemt in zijn motto's: "Zorg goed voor de cliënt, zorg iets beter voor diens familie" en  "Jij bent de juf!"


Als professional heb je rekening te houden met de dynamiek die er al tussen ouders en kinderen is. Wanneer je deze herkent kun je makkelijker inspringen op de behoeften die er zijn. Zo kan voor een mantelzorgende volwassen dochter of zoon heel steunend zijn om ook nog te kunnen ontvangen van hun ouder. Om zo de balans daarin te houden. Hier zijn allerlei manier voor.




Palliatieve zorg:


Tijdens de palliatieve fase worden familiepatronen enorm blootgelegd. Oud zeer en verdriet komt naar boven, herinneringen, rouwen. Alles maakt dat de familie en betrokkenen in een rollercoaster van emoties zitten.

Als professional kan het helpend zijn de dynamieken te herkennen die zich voor kunnen doen. En tegelijkertijd de regie bij iedereen zelf te laten. Het is niet aan de professional om dingen op te lossen! Wel kan het steunend en helend  zijn om niet alleen de bewoner, maar ook de familie en betrokkenen tegemoet te komen in hun behoeften.


Een voorbeeld:

Een familielid wordt boos als er aangegeven wordt dat er sedatie nodig is om onnodig lijden te voorkomen en houdt het tegen. Uit gesprek blijkt dat er iets anders onder zit. Het familielid heeft boosheid naar zijn ouder omdat hij zijn ouder als ouder gemist heeft toen hij klein was. Toen hij jong was was zijn oma overleden. De ouder was aan het rouwen en daardoor minder beschikbaar voor het familielid.

In een ander geval heeft dezelfde aanleiding een heel ander onderliggende reden. Het familielid heeft last van een schuldgevoel om de ziekte bij haar ouder niet eerder herkend te hebben.


In systemisch kijken gaat het niet om goed of fout. Ook niet of een gevoel terecht is of niet. Het gaat om hoe iemand zijn eigen gevoel kan erkennen en vanuit daar een beweging kan maken.


Share by: